kantkloste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kantklos·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kantklossen

kantkloste

  1. enkelvoud verleden tijd van kantklossen
    • Ik kantkloste. 
    • Jij kantkloste. 
    • Hij, zij, het kantkloste. 
    • Schamele kamertjes werden vredige interieurs waar kinderen speelden, vader zijn pijp rookte, moeder kantkloste en de kat bij de Leuvense stoof genoegzaam lag te spinnen (…). [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen