kannibaliseren

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·ni·ba·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

kannibaliseren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kannibaliseren
kannibaliseerde
gekannibaliseerd
zwak -d volledig
  1. (figuurlijk) kapotmaken, vernietigen
     Wie hoopt op een versie van Blendle waarbij je een vast bedrag betaalt om alle kranten te kunnen lezen, komt bedrogen uit. Nog altijd zien uitgevers zo'n all-you-can-eat-abonnement niet zitten. Ze zijn bang dat die traditionele krantenabonnementen kannibaliseren. "Gesprekken met uitgevers zijn een beetje deprimerend", zegt Klöpping over zijn ervaringen in het buitenland.[1]
     De filmmakers zijn niet blij met het plan. Ze moesten in de kranten lezen dat er van hun films een strip werd gemaakt. "Het fonds had wel even mogen bellen", zegt de producent van onder meer Soldaat van Oranje en Turks Fruit. "Op zich is het een leuk idee, maar het hangt er helemaal vanaf hoe het wordt uitgevoerd. De makers van de strip moeten wel communiceren met de filmmakers want ze kannibaliseren natuurlijk de filmwerken. Zonder de films kan er ook geen stripboek komen."[2]
  2. het doden en opeten van een soortgenoot
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 december 2023 Weblink bron “'Praten met krantenuitgevers is een beetje deprimerend'” (Maandag 16 maart 2015, 15:26), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 december 2023 Weblink bron “Filmmakers not amused over filmstrips” (Dinsdag 15 november 2011, 09:37), NOS