kamergrootten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·mer·groot·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de kamergroottenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kamergrootte
     Alle goede constructies zou men beter kunnen verzamelen in een soort maten- en platenboek (…). Behalve de standaard modellen voor ramen, kozijnen, trappen, leuningen, leidingen, plafondconstructies enz. kan men daarin ook eenheidsmaten vastleggen voor verdiepingshoogten, trap- en gangbreedten, kamergrootten en wanddikten.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2021 Weblink bron Woningnood staatsvijand nummer één (II) : Werkmethoden moeten in alle sectoren vereenvoudigd worden : Pleidooi voor nauwe samenwerking tussen ontwerper en bouwer in: De Tijd / De Maasbode, jrg. 118 nr. 38375 (12 april 1963), N.V. Drukkerij De Tijd, Amsterdam, p. 9 kol. 3