kabbelden voort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kab·bel·den voort
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortkabbelen |
kabbelden (...) voort
- meervoud verleden tijd van voortkabbelen
- Wij kabbelden voort.
- Jullie kabbelden voort.
- Zij kabbelden voort.
- Wij kabbelden voort.
Gangbaarheid
- Het woord kabbelden voort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.