jaarrond

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·rond
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

jaarrond

  1. gedurende het gehele jaar; gedurende een geheel jaar
     Tegenwoordig is het in Nederland te warm voor vorstscheuren, maar tijdens de Weichsel-ijstijd was het grootste gedeelte van de ondergrond jaarrond bevroren.[1]
     Eigenlijk vind ik dat ik al genoeg moeite doe met mijn jaarrondverplichting.[2]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Gemma Venhuizen
    “IJstijden” (2014), Amsterdam University Press op Wikipedia, ISBN 9789089647115
  2. Léon de Kort
    “ELke Dag een uur” (2015), Nieuw Amsterdam op Wikipedia, ISBN 9789046820216