introduceerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tro·du·ceer·den

Werkwoord

vervoeging van
introduceren

introduceerden

  1. meervoud verleden tijd van introduceren
    • Wij introduceerden. 
    • Jullie introduceerden. 
    • Zij introduceerden.