Naar inhoud springen

interpelleert

Uit WikiWoordenboek
  • in·ter·pel·leert
vervoeging van
interpelleren

interpelleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpelleren
    • Jij interpelleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpelleren
    • Hij interpelleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van interpelleren
    • Interpelleert!