internationalistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·na·ti·o·na·lis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van internationalist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | internationalistisch | internationalistischer | |
verbogen | internationalistische | internationalistischere | |
partitief | internationalistisch | internationalistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
internationalistisch
- internationale samenwerking voorstaand
Gangbaarheid
- Het woord internationalistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.