intendance
Uiterlijk
- Geluid: intendance (hulp, bestand)
- in·ten·dan·ce
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rentmeesterschap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1815 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intendance | intendances |
verkleinwoord | - | - |
- zorg voor beheer en administratie van een bezitting, rentmeesterschap
- korps (ambtenaren), met de zorg voor het beheer belast
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord intendance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "intendance" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ intendance op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).