inkaderden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inkaderden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ka·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inkaderen |
inkaderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inkaderen
- ...dat wij inkaderden.
- ...dat jullie inkaderden.
- ...dat zij inkaderden.
- ...dat wij inkaderden.