infantiliseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·fan·ti·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
infantiliseren |
infantiliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van infantiliseren
- Jij infantiliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van infantiliseren
- Hij infantiliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van infantiliseren
- Infantiliseert!
Gangbaarheid
- Het woord infantiliseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.