infantiliseren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  infantiliseren    (hulp, bestand)
• IPA: / ɪnfɑntiliˈzerə(n) / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• in·fan·ti·li·se·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van infantiel met het achtervoegsel -eren

Werkwoord

infantiliseren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
infantiliseren	infantiliseerde	geïnfantiliseerd
zwak -d	volledig

1. zorgen dat volwassene zich als een kind gaat gedragen

   • Zo werd de Magnum de Che Guevara in een guerrilla die volwassenen zou emanciperen door hen te infantiliseren. Kinderlijkheid als de ultieme vorm van maatschappijkritiek en subversie! Eens ze zich kommerloos op een ijsje op een stokje konden trakteren, zonder voor een zonderling of weer zo’n vieze kinderlokker te worden versleten, lag het lichtend pad naar de vrijheid en het nieuwe morgenrood helemaal open.  

2. volwassen persoon benaderen alsof hij een klein kind is

   • Hoe mooi het ook leest, dat verhaal van Hilde en Mark, hoed u voor de neiging om te gaan ooh’en en aah’en. Dat is een tic die jongere mensen weleens wil besluipen wanneer ze ouderen in de liefde aanschouwen. ‘Kijk hoe schattig!’, u kent het wel. Niet doen. ‘Het is betuttelend,’ zegt Luc Van de Ven, ‘want daarmee doe je niets anders dan oudere mensen infantiliseren.  

Gangbaarheid

• Het woord infantiliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "infantiliseren" herkend door:

78 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.