induffelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: induffelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·duf·fel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
induffelen |
induffelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van induffelen
- ...dat wij induffelden.
- ...dat jullie induffelden.
- ...dat zij induffelden.
- ...dat wij induffelden.