importeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: importeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·por·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
importeren |
importeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van importeren
- Jij importeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van importeren
- Hij importeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van importeren
- Importeert!