ijzerachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ij·zer·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ijzerachtig ijzerachtiger ijzerachtigst
verbogen ijzerachtige ijzerachtigere ijzerachtigste
partitief ijzerachtigs ijzerachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

ijzerachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van ijzer, blauw, heel sterk
    • Lichtblauwe en zachtgele glanzen vloeiden uit over de donkere rivier, de tederste pasteltinten mengden zich in het walsende geweld van het ijzerachtig water - zijn gemoed liep kortom over van kunstzin en dichterlijke indrukken, hij popelde om ze Laura voor te dragen maar bedwong zich: wie was hij om te praten als een schilder? (Uit Zoete Mond van Thomas Rosenboom) 

Gangbaarheid