idoliseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: idoliseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ido·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
idoliseren |
idoliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van idoliseren
- Jij idoliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van idoliseren
- Hij idoliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van idoliseren
- Idoliseert!