humidor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hu·mi·dor
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | humidor | humidors |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de humidor m
- kist waarin men sigaren in goede conditie kan bewaren door ze in een omgeving met een gereguleerde vochtigheidsgraad te houden
- ▸ De notenhouten humidor werd ontdekt door de veilingmeester, toen hij in een huis antiek kwam taxeren. Hij vond de kist onder in een kast.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord humidor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Sigarendoos kapitein Titanic geveild” (19 mei 2011, 16:16), NOS