humidor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

humidor
Uitspraak
Woordafbreking
  • hu·mi·dor
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord humidor humidors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de humidorm

  1. kist waarin men sigaren in goede conditie kan bewaren door ze in een omgeving met een gereguleerde vochtigheidsgraad te houden
     De notenhouten humidor werd ontdekt door de veilingmeester, toen hij in een huis antiek kwam taxeren. Hij vond de kist onder in een kast.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2024 Weblink bron “Sigarendoos kapitein Titanic geveild” (19 mei 2011, 16:16), NOS