Naar inhoud springen

hostí

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /ɦɔsciː/
  • ho·s·tí

hostí

  1. genitief meervoud van host

hostí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hostit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hostit