Naar inhoud springen

hoogde op

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 13:38
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • hoog·de op
vervoeging van
ophogen

hoogde op

  1. enkelvoud verleden tijd van ophogen
    • Ik hoogde op. 
    • Jij hoogde op. 
    • Hij, zij, het hoogde op.