hoofdleidster

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·leid·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdleidster hoofdleidsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdleidsterv

  1. vrouw die de uiteindelijke leiding heeft van een groep of evenement
     Als hoofdleidster zuster Geertruda de deur heeft dichtgedaan, is het klooster helemaal leeg. Na 157 jaar is het einde van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort in Ootmarsum definitief. Zie ook de krant van dinsdag.[1]
  2. (onderwijs) leidinggevende kleuterleidster
     Hoofdleidster Francis Floors van peuterspeelzaal Harlekijn verwachtte wel een paar huilende kinderen bij het voor het eerst betreden van de peuterruimte in het nieuwe Kulturhus. Dat viel reuze mee.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2024 Weblink bron
    willem pfeiffer
    “Laatste zusters verdwijnen uit Ootmarsum” (22-01-2007), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2024 Weblink bron “Harlekijn eerste in Kulturhus” (25-08-2006), Tubantia