Naar inhoud springen

hoofdeloos

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 2 apr 2018 om 13:22
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoof·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van hoofd met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoofdeloos hoofdelozer hoofdeloost
verbogen hoofdeloze hoofdelozere hoofdelooste
partitief hoofdeloos hoofdelozers -

Bijvoeglijk naamwoord

hoofdeloos

  1. letterlijk zonder hoofd zijnde
    • In mythen en sagen wordt wel gesproken over hoofdeloze wezens 
  2. zonder leiding, zonder verstand
    • De hoofdeloze natie was redeloos, radeloos en reddeloos. 

Gangbaarheid