Naar inhoud springen

homofilie

Uit WikiWoordenboek
  • ho·mo·fi·lie
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord homofilie
verkleinwoord

homofilie v [1]

  1. (lhbt) liefde voor mensen van hetzelfde geslacht
    • Op de vraag wat hij van homofilie vindt, zegt de voormalig speler van ook ADO in het boek ’einde aan de bullshit’: ,,Nee, ik omarm het niet, ik distantieer me ervan. Ik neem afstand omdat ik er liever niet mee wordt geassocieerd.’’[2] 
    • Daarbij vraag ik mij af: Wat was er dan zo aanstootgevend, dat er gewelddadig werd opgetreden? Deed het hand in hand lopen voor deze Noord-Afrikaanse jongeren al een vermoeden rijzen, dat er sprake was van homofilie? Was dit dan vervolgens de trigger voor hen?[3] 
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]