hoerig
Uiterlijk
- hoe·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hoerig | hoeriger | hoerigst |
verbogen | hoerige | hoerigere | hoerigste |
partitief | hoerigs | hoerigers | - |
hoerig
- kenmerken hebbend van een prostituee
- De lelijke vrouw had zich veel te hoerig gekleed.
- Het woord hoerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoerig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be