herwatert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·wa·tert

Werkwoord

vervoeging van
herwateren

herwatert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herwateren
    • Jij herwatert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herwateren
    • Hij herwatert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herwateren
    • Herwatert! 

Gangbaarheid