hertaalt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·taalt

Werkwoord

vervoeging van
hertalen

hertaalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertalen
    • Jij hertaalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertalen
    • Hij hertaalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hertalen
    • Hertaalt!