herleidt
Uiterlijk
- her·leidt
vervoeging van |
---|
herleiden |
herleidt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleiden
- Jij herleidt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herleiden
- Hij herleidt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herleiden
- Herleidt!
- Het woord herleidt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.