henhørende
Noors
Woordafbreking
- hen·hø·ren·de
Woordherkomst en -opbouw
- Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel hen-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | henhørende | ||
o enkelvoud | henhørende | |||
meervoud | henhørende | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
henhørende |
Bijvoeglijk naamwoord
henhørende
Werkwoord
henhørende
- verleden tijd van henhøre