handslingers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handslingers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑntslɪŋərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hand·slin·gers
Woordherkomst en -opbouw
- handslinger met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de handslingers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord handslinger
- ▸ De voortbeweging geschiedde met handslingers.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'handslingers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hogenkamp, George J.M.“De geschiedenis van de fiets” (1939), N.V. Eerste Nederlandsche Rijwiel- en Machine Fabriek v/h H. Burgers te Deventer, p. 16