handslinger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·slin·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handslinger handslingers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de handslingerm

  1. (techniek) ronddraaiende arm aan een toestel, waarmee de gebruiker het zelf in beweging kan zetten
     Dit model, een houten kuip, gemonteerd op een draaibare as, is afgeleid van de karns uit de gewone boterbereiding. De handslinger is echter vervangen door een wiel waarop een aandrijfriem bevestigd kan worden voor mechanische aandrijving.[1]
      Met m'n zevende verjaardag kreeg ik een nieuw, een beter filmapparaat, weliswaar nog met een handslinger maar met een sterke electrische lamp.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 27 maart 2021 Weblink bron
    N.H.W. Verbeek
    Margarine in:
    H.W. Lintsen (red.)
    Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel I. Techniek en modernisering. Landbouw en voeding. (1992), Walburg Pers, Zutphen, ISBN 906011.808.1, p. 139
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 maart 2021 Weblink bron “De jongens van de hobby club.” (1947), De Bezige Bij, Amsterdam, p. 41