gumden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gumden uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gum·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgummen |
gumden (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitgummen
- Wij gumden uit.
- Jullie gumden uit.
- Zij gumden uit.
- Wij gumden uit.
Gangbaarheid
- Het woord gumden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.