groothertogelijk

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·her·to·ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen groothertogelijk
verbogen groothertogelijke
partitief groothertogelijks

Bijvoeglijk naamwoord

groothertogelijk [1]

  1. van een groothertog
     Ze moet nog enkele dagen in het ziekenhuis blijven, zo heeft het groothertogelijk paleis laten weten. Daarna zal ze nog enkele weken nodig hebben om thuis op Château Berg te herstellen. Ze zal opnieuw moeten leren hoe ze haar knie moet gebruiken.[2]
     De 28-jarige prins Félix is de derde van de vijf kinderen van het groothertogelijk paar die in het huwelijk treedt. Zijn broers Louis en Guillame gingen hem al voor.[3]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Groothertogin geopereerd aan knie” (Donderdag 11 september 2014, 16:12), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Luxemburgse prins Félix verloofd” (Donderdag 13 december 2012, 16:16), NOS