groentesoort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groen·te·soort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groente zn en soort zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groentesoort | groentesoorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) (plantkunde) plantensoort die men als groente kan eten
- ▸ Ze zijn vooral op zoek naar de zaadjes van wilde spinaziesoort Spinacia tetranda. De tetranda is verwant aan de spinazie die bij ons in de winkels ligt. Hij heeft waarschijnlijk eigenschappen die heel waardevol zijn voor de veredeling van deze groentesoort.[1]
- ▸ De groentesoort die je beter niet kunt afspoelen zijn champignons. Vaak worden champignons in een vergiet gedaan en afgespoeld voordat ze de pan ingaan. Logisch, zou je denken, omdat champignons vaak bedekt zijn met vuil. Maar toch kun je dit beter anders aanpakken.[2]
- ▸ Je kunt er ook bewust voor kiezen een bouillon te trekken van één specifieke groentesoort, zoals wortel, ui, of knolselderij als basissmaak voor hele lekkere sauzen of soepen.”[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord groentesoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Speuren naar zeldzame spinazie” (20-05-2011), NOS
- ↑ Weblink bron Candice Schippers“Deze groente mag je nooit wassen” (29-01-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Chef-kok Ramon Beuk gooit niks weg: ‘Maak bouillons’” (25-05-2021), Tubantia