groeiden vol

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei·den vol
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
volgroeien

groeiden vol

  1. meervoud verleden tijd van volgroeien
    • Wij groeiden vol. 
    • Jullie groeiden vol. 
    • Zij groeiden vol. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid