groeiden dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei·den dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtgroeien

groeiden (...) dicht

  1. meervoud verleden tijd van dichtgroeien
    • Wij groeiden dicht. 
    • Jullie groeiden dicht. 
    • Zij groeiden dicht. 

Gangbaarheid