grisede

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • gri·se·de

Bijvoeglijk naamwoord

grisede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van griset

grisede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van griset

Werkwoord

grisede

  1. verleden tijd van grise


Noors

Woordafbreking
  • gri·se·de

Bijvoeglijk naamwoord

grisede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van griset

grisede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van griset
Schrijfwijzen