graves
Uiterlijk
graves
- vrouwelijk en mannlijk meervoud van grave
| vervoeging van |
|---|
| graver |
graves
- tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van graver
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van graver
- gra·ves
| Naar frequentie | 26078 |
|---|
graves
- tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van abdisere