graveert in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·veert in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ingraveren

graveert (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingraveren
    • Jij graveert in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingraveren
    • Hij graveert in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ingraveren
    • Graveert in! 

Gangbaarheid