gorgelend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gor·ge·lend

Werkwoord

vervoeging van: gorgelen
verbogen vorm: gorgelende

gorgelend

  1. onvoltooid deelwoord van gorgelen
stellend
onverbogen gorgelend
verbogen gorgelende
partitief gorgelends

Bijvoeglijk naamwoord

gorgelend

  1. een geluid makend dat past bij iemand die uitademt met water in zijn keel
    • Daarnaast had ze hem in hulpeloze toestand achtergelaten toen ze hem gorgelende geluiden hoorde maken, zei de advocaat-generaal. [1] 
    • De schakelovergangen voelen heerlijk mechanisch aan en dat – in combinatie met de gorgelende twaalfcilinder voor je neus, moet zelfs de grootste autohaters van deze wereld toch een speciaal gevoel geven. [2] 


Gangbaarheid


Verwijzingen