Naar inhoud springen

gorgelen

Uit WikiWoordenboek
  • gor·ge·len
  • In de betekenis van ‘de keel spoelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gorgelen
gorgelde
gegorgeld
zwak -d volledig

gorgelen

  1. inergatief met de stembanden wat vloeistof in de keel doen wervelen
    • Ik heb wat kamillethee gemaakt en ermee gegorgeld. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]