gooide los

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gooi·de los
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
losgooien

gooide los

  1. enkelvoud verleden tijd van losgooien
    • Ik gooide los. 
    • Jij gooide los. 
    • Hij, zij, het gooide los. 


Gangbaarheid