goejop

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Khoikhoi.
enkelvoud meervoud
naamwoord goejop

Zelfstandig naamwoord

goejop

  1. (bidsprinkhanen) bidsprinkhaan, benaming voor insecten uit de orde Mantodea op Wikispecies
    «maar kyk, ons is elk
    self die koetsier van verbygaan, goejop-regop met hande
    verwelk
    om die doodskar se leisels.[1]»
    maar kijk, we zijn ieder
    zelf de koetsier van voorbijgaan
    bidsprinkhaan-rechtop met handen
    verwelkt
    om de leidsels van de rouwkoets.

Verwijzingen