glimmend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- glim·mend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | glimmend | glimmender | glimmendst |
verbogen | glimmende | glimmendere | glimmendste |
partitief | glimmends | glimmenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
glimmend
- blinkend, glanzend
- Hij had altijd glimmende schoenen als hij naar een belangrijke vergadering ging.
- ▸ Na twintig jaar hard werken in glimmende kantoorgebouwen had ik behoefte aan meer natuur en avontuur.[1]
Werkwoord
vervoeging van: | glimmen |
verbogen vorm: | glimmende |
glimmend
Gangbaarheid
- Het woord glimmend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "glimmend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %