glauberzout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glauberzout (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glau·ber·zout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Glauber en en zout zn Vernoemd naar de Duits-Nederlandse scheikundige Johann Rudolph Glauber.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glauberzout | glauberzouten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het glauberzout o
- (scheikunde) natriumsulfaatdecahydraat. Na2SO4.10H2O
- ▸ Aan medicamenten had Joeri Andrejevitsj alleen nog kinine, jodium en glauberzout.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord glauberzout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396