gipst in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gipst in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ingipsen |
gipst (...) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingipsen
- Jij gipst in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingipsen
- Hij gipst in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ingipsen
- Gipst in!
Gangbaarheid
- Het woord gipst in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.