Naar inhoud springen

gingen voorop

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 27 jun 2017 om 02:23 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *gin·gen voor·op {{-etym-}} *{{vorm-schei...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • gin·gen voor·op
vervoeging van
vooropgaan

gingen (...) voorop

  1. meervoud verleden tijd van vooropgaan
    • Wij gingen voorop. 
    • Jullie gingen voorop. 
    • Zij gingen voorop.