ging dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtgaan

ging dicht

  1. enkelvoud verleden tijd van dichtgaan
    • Ik ging dicht. 
    • Jij ging dicht. 
    • Hij, zij, het ging dicht. 


Gangbaarheid