geïmporteerd
Uiterlijk
- ge·im·por·teerd
- vervoeging van importeren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | importeren… |
verbogen vorm: | geïmporteerde |
geïmporteerd
- voltooid deelwoord van importeren
stellend | |
---|---|
onverbogen | geïmporteerd |
verbogen | geïmporteerde |
partitief | geïmporteerds |
geïmporteerd
- dat iets uit het buitenland is kocht of overgenomen
- Hij heeft uit Engeland geïmporteerd kleding aan.
- Deze nieuwe uit Engeland geïmporteerde muziekstijl is nu ook hier in Nederland heel populair geworden.
- uit een ander databestand komend
- De geïmporteerde gegevens bleken onbetrouwbaar te zijn.
- Het woord geïmporteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.