gezwegen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zwe·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van zwijgen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van: | zwijgen… |
geen verbogen vorm |
gezwegen
- voltooid deelwoord van zwijgen