geworpen
Uiterlijk
- ge·wor·pen
- vervoeging van werpen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling e-o (IPAː /ɛ/ - /ɔ/)
vervoeging van: | werpen… |
geen verbogen vorm |
geworpen
- voltooid deelwoord van werpen
- ▸ Het was na al deze jaren nog steeds een gunst om hier alleen met haar te zitten, zo lang nadat hij in zijn jeugd heen en weer geworpen was tussen hoop en vrees. Niets had erop gewezen dat het mogelijk zou zijn.[1]
- Het woord geworpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691