gewiss
Uiterlijk
- ge·wiss
- Afkomstig van het Middelhoogduitse woord "gewis", dat van het Oudhoogduitse woord "giwis" komt
- Duits bijvoeglijk naamwoord met het voorvoegsel ge-
gewiss
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
gewiss |
gewisser |
am gewissesten |
alle verbuigingsvormen |
gewiss